Door: Maarten Bosch
Vorig jaar had ik me in willen schrijven voor de marathon van Amsterdam. Omdat de inschrijving was gesloten, ben ik uitgeweken naar Brugge. Daar heb ik geen spijt van gehad, ik heb een lekkere wedstrijd gelopen en een mooie tijd (3u54m24s, destijds een PR). En op basis daarvan kreeg ik dit jaar de uitnodiging om weer mee te doen. Alleen nu virtueel, de marathon gaat niet die door en afreizen naar België is trouwens ook verboden. Omdat ik minder getraind ben, kies ik nu voor de 21 km.

De organisatie heeft de zes startwaves gemaakt. Ik kies voor de eerste, zaterdagochtend 17 oktober 2020 om 9 uur. De start is vanaf thuis, dus ik kan uitslapen tot 8.15 uur. Helaas heb ik mijn kleding niet goed klaargelegd, de start is toch nog gehaast. Inloggen, oortjes aansluiten op de iPhone, oortjes in, iPhone in een plastic zakje. Ik kan gelijk kiezen voor muziek of geen muziek. Ik kies voor geen muziek. Even wennen zo’n virtuele race!
Plotseling is het 9 uur. Gehaast vertrek ik, uitgezwaaid door Angelique. Mijn horloge zet ik te laat, achteraf blijkt dit ook niet goed te zijn gegaan, want ik heb geen track. Al gauw komt er af en toe een boodschap. Na 3 minuten komt de mededeling dat ik langs het Begijnenhof loop. Nu is het wel een voordeel dat ik vorig jaar het echte parcours heb gelopen. Achteraf kon ik op de foto’s op het wedstrijdverslag zien wat ze precies bedoelde, maar ik heb nu tijdens het lopen al wel een idee waar ik aan moet denken. Ondertussen loop ik in werkelijkheid de landgoederenroute op, richting het oude Dierenpark.

Vanaf de 3 kilometer komt er af een toe een bericht wat mijn positie is ten opzichte van de andere deelnemers in mij startgroep. Helaas blijk ik nogal een verloop te hebben. De eerste gaan zeer snel, ik loop tweede. Er volgt een verwijzing naar een supportszone, die herinner ik me ook. Na elke 5 kilometer wordt ook de gemiddelde snelheid gemeld. Ik sla bij het oude Dierenpark af richting Duivenvoorde. Op mijn oortjes komt de vraag of ik al een biertje “in de frigo” heb klaarliggen. Onder de spoorweg sla ik af richting Leiden. Ik ben inmiddels teruggezakt naar een derde plaats en het begint te regenen. Even later volgt de melding dat ik het traject van de marathonlopers verlaat en kort daarop dat ik halverwege ben.
Voor mijn gevoel gaat het prima. De gemiddelde snelheid loopt wel wat terug en ook zak ik langzaam terug in het virtuele deelnemersveld. Het zij zo. Ik loop langs de virtuele blazerskapel en het tweede virtuele vak met supporters. In de echte wereld ga ik bij de Vink links en dan bij de Haagse Schouw onder de A44 door om richting Wassenaar terug te lopen. Het is inmiddels weer droog.
Het laatste stuk begint mijn horloge steeds optimistischer snelheden te tonen. Tegelijk val ik virtueel steeds verder terug, ik eindig uiteindelijk elfde van mijn startgroep. En 34ste van de 185 deelnemers. Begrijpen doe ik het niet, maar ik loop gewoon door langs het jaagpad richting Wassenaar en dan een klein stukje extra door Wassenaar om de 21 km van de app af te maken. Terug naar huis! Met de app maak ik een virtuele finishfoto, Angelique maakt nog echte foto.

Thuis volgt nog een kleine deceptie. Zoals gezegd, heb ik geen track. En de snelheden op mijn telefoon zijn ook niet gebaseerd op de echte snelheid en de GPS, maar op de hartslag. Waar mijn telefoon stelt dat ik 21,1 km in 1:36 heb gelopen, moet ik er toch vanuit gaan dat de tijd op de app klopt. 1u45m11s. In Langsingerland heb ik de halve marathon in 1:45:29 gelopen, in Brugge destijds de eerste helft van de marathon in 1:46:32. Niet heel veel sneller, maar toch een PR. Of ben ik nu krap 100m vergeten? Hoe dan ook, het was een mooi avontuur. Maar hopelijk kunnen we snel weer een echte wedstrijd lopen!