Veluwse Ultra Trail

Door: Robin van Vleuten

Zondag (27 augustus 2023) was het zover, mijn allereerste ultra trail. Een trail van 50 km door de uitgestrekte heide en bossen van de noordelijke Veluwe waar ik erg veel zin in had, maar ook ontzettend tegenop keek. Want hoe voel je je eigenlijk na drie uur hardlopen en je nog flink wat kilometers voor de boeg hebt? Een gevoel waar je in je grote trainingsrondjes eigenlijk nooit echt mee te maken krijgt. Misschien is het dat ook wel wat mij aanspreekt bij deze langere afstanden; hoe houd je je mentaal sterk als je lichaam er eigenlijk wel al klaar mee is.

Zo’n evenement of race begint natuurlijk al bij de eerste loopjes van je trainingsschema, maar begint pas echt te leven in de laatste dagen voor de start. Waar je al weken flink wat kilometers maakt, ga je ineens afbouwen en je lichaam wat rust gunnen om zo ook je energie reserves weer aan te vullen. Ondertussen minder vezels eten en meer koolhydraten in de vorm van onder andere witte pasta en rijst. Ik heb ooit eens gelezen om drie dagen lang je lichaamsgewicht in grammen maal tien in koolhydraten te verorberen, maar dat kan ik zonder de nodige vezels erbij niemand aanraden! Ondertussen kreeg ik ook van de organisatie een mail met de nodige tips ter voorbereiding en de uiteindelijke route in GPS. De trails zijn vaak kleinschalig en lastig voor de organisatie om uit te zetten met wegwijzers. Je loopt de route dus volledig op eigen kracht met je eigen GPS apparaat, in mijn geval mijn sporthorloge. De avond van tevoren nog even de laatste spullen bij elkaar zoeken voor in mijn racevest; twee energierepen en een stroopwafel; zes gelletjes, twee flacons met sportdrank en een regenjack. Ook drink ik altijd de avond ervoor nog een bidon sportdrank leeg om te zorgen dat echt alle energievoorraden bijgevuld zijn. 

Om vijf uur in de ochtend ging mijn wekker in ons vakantiehuisje wat we in de buurt van de trail hadden geboekt. Je wilt natuurlijk niet onderweg tijdens de trail nog een sanitaire stop moeten maken. Dus probeer ik altijd twee à drie uur van tevoren nog de laatste vaste maaltijd te hebben gegeten. Terwijl ik in het halfdonker en nog wat slaperig, een pak opgewarmde pannenkoeken met ahornsiroop aan het eten ben en die wegspoel met nog een bidon sportdrank, begint het buiten flink te regenen. Ook al regende het de dagen ervoor al genoeg, had ik toch de goede hoop (en buienradar met mij) dat het droog zou blijven die dag! De auto moest ik al de avond ervoor buiten het vakantiepark parkeren, want de slagbomen gaan pas weer omhoog als ik zelf al lang en breed aan de trail begonnen ben. In de stromende regen ren ik dus maar over het donkere vakantiepark richting de auto. In de stromende regen rijd ik richting Hotel Stakenberg, wat het startpunt van de trail is. Door de radio klinkt Bad Decisions van The Strokes, laat dat niet de voorbode zijn voor de rest van de dag. 

Ik kom aan op de parkeerplaats van het hotel midden in een indrukwekkend groot bos samen met een honderdtal andere fanatieke trailers. We verzamelen ons binnen in het hotel waar we onze startnummers uitgereikt krijgen en een GPS-tracker zodat de organisatie ons kan volgen over de route. Chris – een van de oprichters van de organisatie en zelf fanatiek ultra runner – bevestigt de tracker met een goed stuk tape aan mijn racevest en wenst me succes. Er zijn die dag drie groepen die lopen; in de ochtend start een groep voor 50 km richting het noorden en 100 km en in de middag de derde groep voor 50 km richting het zuiden. De deelnemers van de 100 km rennen dus zowel de noord als de zuidlus van de 50 km groepen. We lopen met z’n allen naar buiten voor de laatste instructies voordat we gaan starten. De twee startende groepen (70 voor de 50 km en 30 voor de 100 km) lopen achter Chris aan richting het startpunt iets verder van het hotel vandaan. Om me heen zie ik veel nerveuze en geconcentreerde blikken. Gelukkig is het ondertussen wel opgehouden met regenen en breekt langzaam de zon door over de rand van de Veluwse heide.

Ik had al op de kaart gezien dat de eerste kilometers over een vrij smal zandpaadje over de heide gaan en het leek me daarom handig om vooraan te starten zodat ik in mijn eigen tempo aan de 50 km kon beginnen. Als ik over mijn schouder kijk zie ik een indrukwekkende sliert van hardlopers door de glooiende heide kronkelen. Door over het smalle paadje te rennen met hoge heidestruiken die nog flink nat zijn van de regen, heb ik ook al meteen de eerste kilometer doorweekte sokken. De eerste vijftien kilometer zijn een mooie afwisseling van bossen en heidevelden. Een flink stuk voor mij rent de koploper van de 100 km op een stevig tempo door, die steeds verder uit het zicht verdwijnt. Dan nog een laatste bocht door het bos en dan doemt er ineens een enorme glooiende zandvlakte voor me op. Daar had ik geen rekening mee gehouden! Ik ploeg door het mulle zand en probeer niet te veel weg te zakken. Het kaartje op mijn horloge geeft met een lijn aan hoe ik ongeveer de vlakte moet oversteken, verder is er geen duidelijk pad te zien. Alleen de voetstappen van degene die voor mij rent geven ongeveer aan dat ik op de goede koers zit en ik probeer ongeveer in zijn pas te lopen om zelf energie te sparen. Na drie kilometer zandverstuiving kom ik aan de rand van het bos bij de eerste verzorgingspost. Ik bedank iedereen voor de moeite maar neem geen pauze, in mijn racevest heb ik nog genoeg eten en drinken tot de volgende stop. Het bospad bleek van korte duur en na 500 meter doemt de volgende zandverstuiving alweer voor mijn neus op. Ondertussen word ik ingehaald door de nummer twee op de 100 km. Na een drietal kilometers door het zand ploeteren, komen we aan bij een groter stuk bos en lopen we op hetzelfde tempo een stuk met elkaar verder. We kletsen wat over de trails die we de afgelopen tijd hebben gelopen en andere dingen die hardlopers bezig houden. Dan weer een nieuwe zandvlakte die we moeten doorkruisen. We gaan allebei op ons eigen tempo weer verder en mijn strategie is om toch een beetje langs de bosrand te blijven waar het zand wat harder is. De sportdrank begint me nu toch ook wel tegen te zitten en baal ervan dat ik niet een flacon met water had gevuld. Al dat zand begint me ook behoorlijk tegen te vallen en na 30 kilometer rennen begint er een stem in mijn hoofd zich toch af te vragen waarom dit zo’n goed idee was. Ondertussen merk ik dat ik ook door de vermoeidheid de route lastig te volgen vind en loop een paar keer op onduidelijke kruisingen een paar honderd meter verkeerd.

Gelukkig kom ik op de 34ste kilometer bij de tweede verzorgingspost aan en kan ik eindelijk wat water drinken. Ook staat daar de nummer twee van de 100 km ook even op adem te komen en we rennen samen weer een stuk verder. Deze keer zijn we minder spraakzaam en zijn we vooral gefocust op de slingerende route door smalle bospaadjes. Naar de derde en laatste verzorgingspost was toch een stuk korter dan we verwacht hadden en we gunnen ons nog even een minuut rust voordat we aan de laatste twaalf kilometer gaan beginnen. Weer veel smalle kronkelende paadjes die meer weg hebben van een mountainbike parcours. Mijn benen zijn er nu echt wel klaar mee, maar gelukkig is het in de gaten houden van de route wat me scherp houdt. De 100 km renner moet zijn pas in houden door een lichte kramp en wenst me succes met de laatste vijf kilometers terwijl ik hem passeer. Aan het eind van het smalle bospad kom ik ergens de struiken uitgesprongen. Daar staan twee oudere dames met een hond waarvan er een vraagt “bent u nou zo’n trailrunner meneer?”. Ik antwoord bevestigend, volgens mij mag ik me wel zo identificeren na deze 49 kilometer. Ik ren het bos uit en kom eindelijk weer op bekend terrein. Dit was hetzelfde pad als waar we die ochtend begonnen waren. Het geeft een sterk gevoel om hier nu in m’n eentje terug te rennen naar het hotel waar we vanochtend met zoveel gestart waren. Ik kom over de finish waar mijn vrouw en zoontje me enthousiast op staan te wachten. Uiteindelijk heb ik er bijna viereneenhalf uur over gedaan. Chris komt op me afgelopen schudt me de hand, dat had ik toch maar knap gedaan. Ik trek iets warms aan en we blijven nog even bij het hotel om met de volgende 50 km lopers te kletsen die een uur later de zuidelijke lus zullen gaan rennen. Daarna met een voldaan gevoel weer terug naar het vakantiepark om nog even lekker met m’n vermoeide benen in het zwembad te plonzen.

Het was een zeer geslaagde trailrun. Uiteraard door de fantastische Veluwe waar we doorheen konden rennen. Maar ook door de geweldige organisatie van Chris en zijn team bij trail-events.eu. Ze organiseren maandelijks meerdere runs voor zowel gevorderde als beginnende trailrunners, over korte en lange afstanden. Sommige bewegwijzerd en sommige op eigen kracht via GPS. Dit was mijn tweede trailrun via hen (hiervoor de Hollandse Duinentrail bij Noordwijk) en kijk nu alweer uit naar de volgende! 

CPC – halve marathon 2020

Door: Ronald Sijsenaar

Ik had me ingeschreven voor de CPC als onderdeel van mijn voorbereiding voor de marathon van Rotterdam op 5 april as. Door Guus op pad gestuurd met de opdracht om op 4.45 min/km te starten en later op het parcours te versnellen, met als richttijd rond de 1.40 te finishen.

De halve marathon was een goede test om het marathontempo te ervaren, maar zoals niet ongebruikelijk liet ik me toch een beetje meeslepen door het hoge aanvangstempo en dat voelde lekker.

Ik kreeg ook het advies om er op tijd te zijn en in alle rust me voor te bereiden, en was er wel wat erg vroeg (1.5 uur voor de start). Het was koud, winderig en bewolkt, typisch het weer dat we hebben mogen ervaren de afgelopen weken, dus ik in dubio of ik in een t-shirt zou starten of toch met een jas er over. Het laatste gedaan en dat was geen goede keuze toen ik eenmaal bezig was. De wolken verdwenen, het werd wat warmer en het was prima loopweer, dus net te warm gekleed. De wind was ook niet echt hinderlijk. Hoewel….. het is bijzonder dat je het voelt wanneer je wind tegen hebt, maar niet als je het in de rug hebt.

De start was om 14.30 en ik stond redelijk vooraan in het startvak. Dat was prettig want bij de eerste bocht kon ik lekker doorlopen, dat is wel eens anders geweest. Na ca. 3 km zie ik Benjamin voorbij stormen, die later in een fantastische tijd finisht van 1:28. Vervolgens komen de pacers van 1.35 langs en ik probeer even aan te haken, maar mede dankzij Guus laat ik me toch niet gek maken; de CPC is tenslotte een training voor de marathon, en ik laat ze gaan.

Het is leuk langs het parcours en ik loop vrij soepel, het publiek is enthousiast en ik merk aan mijn lichaam wanneer ik de eerste 8 km er op heb zitten. Gek genoeg krijg ik dan altijd een eerste dip, maar ben ik deze een kilometer later weer kwijt. Wat ook leuk is, is dat ik ontzettend veel delen van de route en de stad herken nu ik ook een Hagenees (of is het Hagenaar?) ben. Inmiddels kom ik bij de boulevard aan en ga al aftellen naar de finish en trek de conclusie dat mijn oude PR van 2 jaar geleden aan flarden gaat, fantastisch en voel me nog steeds goed.

Rond de 15 km nog een klein dipje, ik krijg een beetje zware benen en heb tegenwind maar ik loop me er doorheen. Het lukt me echter niet meer serieus te versnellen tot ca. 2 km voor de finish en ik trek me op aan een loper die een lekker tempo loopt, het lukt me zelfs nog om er een 4.25 min/km uit te persen. Ik finish in 1:38 en een beetje, tevreden, niet te moe, en mentaal klaar voor Rotterdam.

Ik kom later Caroline nog tegen die ook top heeft gelopen en eveneens de PR serieus naar beneden heeft gewerkt.

Vriendschap is een illusie

Door: Pieter den Edel

‘Als kind had ik een vriend’….. Dit mooie nummer van ‘Het goede doel’ ging gisteren vaak door mijn hoofd, tijdens de baanultra in het pittoreske Steenwijk.

Ik maak er geen geheim van dat ik 28 maart 2021 aan de start wil staan voor een 2e maal 120 van Texel. Dat daar een kwalificatie bijhoort, vind ik niet meer dan normaal. De 120 moet immers binnen de 13 uur en 30 minuten voltooid worden.

Poging 1 de baanultra in Steenwijk. 250 rondjes, met als doel een sub 10 uur.

De voorbereiding was soms spartaans. Op dubbele trainingsdagen ging het wekkertje om 04:25 uur, om voor het krieken van de dag al een zone ½ training en ’s avonds vervolgens een clubtraining te doen. Ik geniet van de trainingen op vroege uren, de rust de stilte heerlijk. Alleen deze winter hebben we nogal wat wind en regen en dat is wat minder plezant…

Vrijdag met de trein naar Wolvega, naar mijn ultramaatje Rene, die loopt ook de 100 km. s’Avonds komt broer Paul ook een bakkie doen, die doet de 50 km. Vroeg onder de wol. Ik slaap goed en ben 06:00 uur wakker, lekker uitgeslapen. Nu de vaste rituelen: koffie, brood en toiletbezoek.

Op naar Steenwijk, D-day. Op de baan is de focus 100%. Even naar boven kijken en mams de groetjes doen. We gaan ervoor, samen.

10:00 uur gaan we los. Ik zit er gelijk lekker in. Hartslag laag en tempo op 05:30. Het waait al stevig, de wind 200 mee en 200 vol tegen, zeg maar een soort baan fartlek.

De route is weinig enerverend vooral linksaf en weer linksaf. onderweg wat kletsen met je ultramaatjes, maar vooral de focus op je eindtijd. Hier loop je niet voor je lol, zeg ik maar, haha… De wind trekt fors aan en ik ga het spelletje spelen. Vrienden worden met de omstandigheden. Met 111 Ultra’s / marathons achter de kiezen is het altijd weer een gevecht. Het duurt lang voor er iets van een akkoord is met meneer Beaufort. Het is vrij wankel maar het is er.

Inmiddels staat Daphne op de baan, als verzorger. Echt onbetaalbaar, iets met liefde… In iets meer dan 4 uur, tik ik de eerste marathon af en lig ik iets voor op een sub 10. Dan gaat vriend Pluvius er zich mee bemoeien. Pfff… Beaufort en Pluvius is 2 tegen 1, binnen 5 minuten ben ik tot op het bot koud en doorweekt. Ik hoor Daphne zeggen, wil je in mijn schaatskleding lopen dat is droog. Ja hoor….

Geheel verkleed en als een ware ultramarathonschaatser, kreeg ik de machine weer warm. Helaas was er al fors wat tijd verloren. Geen probleem, elke dip kom je weer uit. Puur op techniek, gingen we verder. Opgeven is geen optie….

Het moet rond 60 km geweest zijn dat het lijf wat anders wilde, dan links, links, links. In de kop en conditie zat het goed. De sub 10 was uit zicht, wat doe je dan? Slopen of verstandig zijn… Alleen ik kan die beslissing maken. Het uitlopen is geen probleem, maar op 31-05 is kans 2. Ik geef de pijp aan Maarten, die gelukkig net langs de baan staat om hem aan te nemen.

Ik bedank Beaufort & Pluvius met de mededeling dat de vriendschap toch echt een illusie was vandaag…

Toch zal ik er staan op op Texel……

Ciao Ultrapietje……