Door: Daphne den Edel
Eind februari raakte ik geblesseerd. Ik had speling in mijn bekken waardoor mijn piriformis in mijn bil geïrriteerd raakte, met als gevolg een slijmbeursontsteking. Al mijn sportactiviteiten moest ik stoppen en het enige wat ik mocht, was wandelen op geleide van pijn. Dat was vaak niet langer dan 20 minuten. Na maanden van rust en oefeningen mocht ik na 3 maanden het wandelen uit gaan breiden met tempo’s wandelen. Dat was niet makkelijk zeker als je er niks aan vindt. Gelukkig mocht ik de racefiets ook weer gaan pakken maar alles op geleide van pijn.
In juli ging de vlag uit, ik mocht op geleide van pijn rustig beginnen met hardlopen. Wat kan een mens dan blij zijn. Langzaam opbouwen en parkrun mee gaan pakken op de zaterdag. Lekker 5km rustig lopen. Dan gaat het langzaam kriebelen, ‘wat kan ik op een 10 km’ en ‘zal ik me inschrijven voor een 15 km in december voor Rotterdam?’ ‘Wat als ik te snel opbouw, dan kan ik niet naar Rotterdam?’ Toch ingeschreven voor Rotterdam, geen tijd maar de afstand uitlopen. 1 oktober had ik een 10 km wedstrijd gepland. Ik ben gestart, maar helaas bij 5km gestopt omdat het te warm was en ik mezelf opblies. Baalde er even goed van.
Toen zag ik dat er op 15 oktober bij de LRRC de Bockenloop was. Ik dacht, dicht bij huis en ik heb mij ingeschreven. De dag ervoor nog even een extra avonddienst werken en in de nacht hoorde ik het hard waaien en regenen.
Wakker worden, eten en klaarmaken. Pieter mee voor de support, net zoals mijn ouders. 10 uur de start. Ik had geen tijd in mijn hoofd, dacht alleen ‘alles rond het uur is super. Wist echt niet wat ik kon verwachten. De temperatuur was goed.
Route stond duidelijk aangegeven en ik had een maatje gevonden die liep als pr 54 min en ik dacht ‘dat ga ik nooit redden, zo ver ben ik nog lang niet’. Ik liep lekker, was ontspannen en dacht aan de woorden van Els (trainster groep C) ‘als je moe wordt, zorg dat je lengte houdt. Dan blijf je makkelijk lopen’. En dat deed ik dan ook, maar na 8 km zag ik dat ik onder het uur kon lopen. Dat kon ik niet geloven. Ik dacht dat het door die blessure echt niet mogelijk was om rond de 55 min. te lopen. Bij de laatste km stond Pieter met mijn vader. Pieter had me nog niet verwacht. Ik was leeg, maar ik zag dat ik rond de 54 min kon gaan uitkomen en van binnen werd ik erg blij.
Bij de finish klokje uit en zag de tijd 54,16 staan en ik dacht ‘dit kan niet, maar het is wel zo!’ Wat was ik blij met deze tijd! Ik ben op weg terug en ik ben er nog lang niet. Mijn les van deze blessure is, luister naar je lijf en stel kleine doelen. Dan kom je er vanzelf weer, ook al moet je soms weer een stap terug doen tijdens het opbouwen.